In gesprekken met andere vrouwen (en mannen!) merken wij regelmatig dat we vaak niet precies weten hoe een zwangerschap tot stand komt en hoe het vrouwelijk lichaam precies z’n werk doet. Zonde, want eigenlijk is het hartstikke bijzonder. Daarom vandaag de eenvoudige uitleg en enkele bijzondere feitjes!
De rol van..
Eierstokken: De eierstokken zijn een voorraadkamer voor alle eicellen die je bezit. De eierstokken zorgen ook elke maand voor de rijping van een eicel.
Eileiders: De eileiders ‘zuigen’ de gesprongen eicel op uit de buikholte, in de eileider kan vanaf dat moment een eventuele bevruchting plaatsvinden.
Baarmoeder: Het bevruchte eitje komt via de eileider in de baarmoeder om zich daar te nestelen. De verdere ontwikkeling van de foetus vindt ook in de baarmoeder plaats.
Eicel vs Zaadcel
Eicel: Grootste menselijke cel – 0,15 tot 0,2 mm
Zaadcel: Kleinste menselijke cel
Eicel: Ontwikkelt zich in de eierstokken
Zaadcel: Ontwikkelt zich in de teelballen
Eicel: Álle eicellen worden bij de ontwikkeling van de foetus al aangelegd, vanaf dat moment kunnen je eicellen alleen nog maar minder worden. Rond de 6e maand van de foetus zijn er zo’n 6 tot 7 miljoen eicellen, terwijl er bij de geboorte nog ‘maar’ zo’n 2 miljoen eicellen over zijn. Wanneer een vrouw gaat menstrueren heeft zij er ongeveer 400.000 over.
Zaadcel: Bij de man zullen de eerste zaadcellen pas in de puberteit aangemaakt worden. Vanaf dit moment worden er honderden zaadcellen per seconden aangemaakt (miljoenen per dag).
De eierstokken
Je hebt twee eierstokken, aan elke kant van je baarmoeder één. Zoals hierboven beschreven bevatten de eierstokken van vruchtbare vrouwen dus honderdduizenden niet-rijpe eicellen. Elke maand maken ongeveer 10 eicellen zich klaar om te rijpen. Uiteindelijk zal er één rijp worden en springen, de rest sterft af. Bij welke van de twee eierstokken de rijping zal plaatsvinden is niet duidelijk en wordt niet per definitie met elkaar afgewisseld.
Bevruchting
Zodra de rijpe eicel springt, zal deze in de buikholte terecht komen en door de eileider ‘naar binnen gezogen’ worden. Vanaf de eisprong is deze eicel ongeveer 12 tot 24 uur vruchtbaar. In die periode moet de eicel bevrucht worden om een zwangerschap tot stand te brengen.
Na de seks zwemmen de zaadcellen -ze doen althans een poging daartoe- via de baarmoeder naar de eileiders. Een eventuele bevruchting vindt plaats ín de eileiders (dus niet in de baarmoeder).
De reis die de eicel in de eileider aflegt in de eileider, richting de baarmoeder duurt enkele dagen. Wordt deze ondertussen bevrucht, dan zal het zich daarna moeten innestelen in de baarmoederwand. Wanneer de eicel niet bevrucht is dan laat deze, samen met de verdikte baarmoederwand los en treedt er een menstruatie op.
